De Traditionele Chinese Geneeskunde (TCM) wordt al zo’n 5.000 jaar onafgebroken uitgeoefend. Hiermee is het de geneeskunde die het langst aaneengesloten wordt beoefend in heel de wereld. Dat geeft wel aan hoe goed het werkt! De TCM gaat ervan uit dat lichaam, geest en omgeving (natuur) niet los te zien zijn van elkaar in gezondheid en in ziekte. In gezondheid is de mens dus steeds in balans met zijn/haar omgeving, de natuur, het klimaat, maar ook met zijn emoties. Omdat de omgeving steeds verandert (seizoenen, mooi weer, slecht weer, rust, drukte), moet ook de mens steeds mee veranderen.

Zodra de mens te zwak is om mee te veranderen met bijvoorbeeld het seizoen, ontstaat er een disbalans van het lichaam en kan er ziekte ontstaan. In de Traditionele Chinese Geneeskunde worden ziektes en gezondheidsklachten gezien als een verstoring van de balans in de energiehuishouding en het functioneren van de organen (Qi) van het lichaam. Deze Qi stroomt via meridianen door het hele lichaam.

In de TCM worden Chinese kruiden, Acupunctuur, Voeding, voetreflexmassage,  Massage (Tuina) en Taiji Qigong gebruikt om gezond te blijven of te worden.

De TCM heeft van oorsprong ook een belangrijk preventief karakter. In het oude China gingen dus juist ook gezonde mensen naar de dokter. Als dokter was je goed als je clienten gezond bleven… maar o wee als ze ziek werden.. Dat betekende dat je een slechte arts was!

Dat is een groot contrast met hoe we in Nederland met onze gezondheid omgaan. Voor diverse aandoeningen is het echter mogelijk om preventief te behandelen. 

Wat is het verschil tussen Westerse en Chinese geneeswijze?

Er is verschil tussen de westerse geneeswijze en de TCM. Ik zal proberen dit uit te leggen, met behulp van een vogel die in de verte in een boom zit.

Als je iemand een verrekijker geeft en hij is westers geschoold, dan speurt hij de horizon af naar die ene vogel in de boom en dan probeert hij die vogel zo dicht mogelijk naar zich toe te halen met de verrekijker, om de vogel zo goed mogelijk te kunnen bekijken.

Als je de verrekijker aan iemand geeft die Traditioneel Chinees geschoold is, dan zal hij de kijker omdraaien om de horizon zo breed mogelijk te kunnen bekijken, om te kunnen zien in wat voor omgeving de vogel zich bevindt. De persoon probeert een beeld te krijgen van de omgeving waarin de vogel zich bevindt.

Zo werkt het ook bij het benaderen van klachten bij mensen.

Westerse geneeskunde heeft voor elk onderdeel een andere specialist, die zich alléén maar met dat ene gebied bezighoudt.

Traditioneel Chinees geschoolde behandelaars bekijken het lichaam in zijn totaal (holistisch). Binnen de holistische visie wordt de mens gezien als een eenheid van lichamelijk, mentaal, emotioneel, spiritueel en sociaal functioneren. Al deze niveaus zijn continue met elkaar in wisselwerking. In tegenstelling tot de westerse geneeskunde waar men ziekten meestal symptomatisch benadert.

De Traditionele Chinese Geneeskunde (TCG of TCM) benadert de mens en zijn gezondheidstoestand energetisch. De Westerse geneeskunde kijkt meer naar de anatomische structuren of materiële kenmerken van de mens. 

De Westerse geneeswijze is gericht op ziektes, aandoeningen en symptoombestrijding. Bij de Chinese geneeswijze staat het creëren van harmonie tussen lichaam, geest en omgeving voorop.

De Chinese geneeskunde kent nauwelijks tot geen bijwerkingen, dit in tegenstelling tot de Westerse geneeskunde/medicijnen.

In deze tijd kunnen we de Westers en Chinese geneeswijzen mooi combineren.